De variabele xerostomie is gemeten met de vraag “Ik heb vaak last van een erg droge mond” met bijbehorende antwoordschaal:

(1) helemaal met op mij van toepassing
(2) met op mij van toepassing
(3) een beetje op mij van toepassing
(4) op mij van toepassing
(5) helemaal op mij van toepassing
‘De vanabele xerostomie heeft een ratio meetniveau.”

Zie onderstaande frequentieverdeling van de variabele tevredenheid met mijn tandarts gemeten op een schaal van 1-10.
“Voor deze frequentieverdeling geldt: modus < gemiddelde.”

Voor de variabele bloedglucosespiegel in mmol/l mag de range berekend worden.’ .

Zie onderstaande frequentieverdeling van de variabele pocketdiepte in mm. “De mediaan van deze frequentieverdeling is 5.”

Zie onderstaande frequentieverdeling van variabele X.
“Het gemiddelde behorende bij deze frequentieverdeling is hoger dan 25,0.

Gegeven is de volgende regressievergelijking bloeddruk (Y) = 44 + 0,20 * hartslag (X). “Voor de constante α uit de regressievergelijking geldt dat deze 44 is.”

Gegeven zijn de onderstaande scores voor vijf patiënten op variabele X en Y.
“Voor de Pearson correlatiecoëfficiënt r (maat voor het lineaire verband) tussen X en Y geld dat deze 0 is.”

“De power van een studie hangt alleen maar af van de grootte van de steekproef”.

Een t-toets levert de volgende gegevens op. T = 2,10 en df = 7. De onderzoeker gebruikt een significantieniveau van 1%.

“De nulhypothese kan in dit geval worden verworpen.”

Een one-way ANOVA levert de volgende gegevens op.     F = 2,45,     df = 1,     df2 = 20.

“De bijbehorende overschrijdingskans p is groter dan 5%.”

Een onderzoeker wil bepalen of behandelingen met of zonder-cofferdam bij een wortelkanaalbehandeling vaker tot een succesvolle behandeling leidt. Met behulp van een chi-kwadraattoets wordt gekeken of in de éne groep vaker de behandeling opnieuw moet worden gedaan dan in de andere groep. De nulhypothese kan niet worden verworpen. De volgende conclusie mag getrokken worden:

” Er is geen verschil in succes van de behandeling tussen behandeling met en zonder cofferdam. De behandeling hoeft niet vaker over in de éne groep in vergelijking met in de andere groep ”

Een one-way ANOVA levert een p-waarde op van 0,11 en er wordt een significantieniveau van 5% gehanteerd.

” De nulhypothese mag in dit geval worden verworpen.”

Een onderzoeker bepaalt de relatie tussen het optreden van een knobbelbreuk bij molaren en de aanwezigheid van hoektandgeleiding. Een Χ²-toets levert de volgende gegevens op: Χ²  ƒ = 5,89, df=1 en er wordt een significantieniveau van 5% gehanteerd.

“Op grond hiervan mag worden geconcludeerd dat er een relatie is tussen het optreden van een knobbelbreuk bij molaren en de aanwezigheid van hoektandgeleiding.”

Een onderzoeker wil de tevredenheid van patiënten met hun gebit vaststellen en vier groepen patiënten vergelijken. Tevredenheid is gemeten op een 10-punts intervalschaal. De vier groepen zijn (1) patiënten met alleen een prothese in de bovenkaak, (2) patiënten met alleen een prothese in de onderkaak, (3) patiënten met een volledige gebitsprothese en (4) patiënten met volledig eigen dentitie.

” Bij een keuze uit de independent-samples t-toets, de chi-kwadraattoets en variantie- analyse, is de keuze voor de chi-kwadraattoets de beste.”

Een onderzoeker wil de relatie bepalen tussen parodoplitis en psoriasis. Parodontitis is gemeten als aan- of afwezig, psoriasis is ook gemeten als aan- of afwezig. “Bij een keuze uit de independent-samples t-toets, de chi-kwadraattoets en variantie analyse, is de keuze voor de chi-kwadraattoets de beste.”

Als geen verband tussen de gegeven is dan hoef niet vaker over de ene groep in vergelijking met in andere.

In een onderzoek naar de bepalen van de xerostomie …..de xerostomie wordt bepald als..

Gegeven zijn de onderstande vijf paren van waarneming.

“Voor de Pearson correlatie coëfficiënt tussen deze twee variabelen geldt: r=0”

De power van een studie hangt alleen maar af van grootten van de steekproef

Voor variabelen bloedglucosespiegel in mmol/L mag de range berekend worden.

In een onderzoek zogenaamde jaw-jerk reflex wordt de variabele onset latency bepaald.
Deze variabele wordt gemeten als de tijd die tussen het geven van de tik en het optreden van de tik zit.
‘Het meetniveau van de variabele onset latency is ordinaal.’

Gegeven zijn de onderstaande frequentieverdelingen van de numerieke variabelen X (n=100) en Y (n—100). Voor beide verdelingen geldt dat het gemiddelde 3 is.

‘De standaarddeviatie van X is groter dan van Y.’

Gegeven is de onderstaande frequentieverdeling van de variabele X.

‘De mediaan in deze verdeling is 27.’

Gegeven is onderstaande frequentieverdeling van de numerieke variabele X (n=20). ‘In deze verdeling geldt: modus = 4.’

Gegeven zijn de onderstaande histogrammen van de numerieke variabelen X en Y. ‘ Variabele X is minder normaal verdeeld dan variabele Y.’

Bij regressie-analyse wordt geprobeerd een afhankelijke variabele Y te voorspellen met behulp van een zogenaamde onafhankelijke variabele X.

‘Hierbij is de voorspelde Y een lineaire functie van X.’

Gegeven zijn de onderstaande scores voor vijf patiënten op variabele X en Y. ‘De rangorde correlatiecoëfficiënt tussen deze twee variabelen is 0 (r=0)’.

Een  onderzoeker wil weten hoeveel procent van de variabiliteit in angst van een kind kan worden verklaard door veranderingen in de scores van de angst van de moeder.
‘Het kwadraat van de correlatiecoëfficiënt, r² is hiervoor een geschikte maat.’

Voor de normaalverdeling geldt: hoe kleiner de standaarddeviatie, hoe hoger en small verdeling is.

Een onderzoeker voert een variantie-analyse (ANOVA) uit en hanteert een significantieniveau 0,05.
‘Wanneer dan de overschrijdingskans p kleiner is dan 0.05 mag de nulhypothese verworpen kan worden’.

Er wordt een overschrijdingskans p gevonden van 0.06. De onderzoeker hanteert als
significantieniveau a 5%.
‘In dit geval mag de nulhypothese verworpen worden.’

De fout van de eerste soort bij een toets is de kans dat de nulhypothese onterecht worden verworpen.’

Een onderzoeker voert een t-toets uit om twee onafhankelijke steekproefgemiddelden te vergelijken.

‘De nulhypothese die hij toetst luidt in dit geval: de twee steekproefgemiddelden zijn ongelijk.’

Een onderzoek bepaalt in een groep jongeren onder de 18 de behoefte aan orthodontische behandeling. Orthodontische behandelbehoefte wordt gemeten als het wel of niet hebben van die behoefte. Deze behoefte wordt gerelateerd aan de al dan niet ondergane orthodontische behandeling op dat moment. Deze variabele heeft de volgende niveaus: 1) jongere is ooit orthodontische behandeld, 2) jongere wordt nu orthodontisch behandeld en 3) jongere is nooit orthodontisch behandeld.

‘Bij een keuze uit de independent sample t-toets, X²-toets en de variantie-analyse (Anova), is de keuze voor de variantie-analyse het beste.’

Een onderzoeker bepaalt bij 1e jaar studenten tandheelkunde of ze wel of niet orthodontisch behandeld zijn (wel/niet orthodontisch behandeld). Deze variabele wordt gerelateerd aan het wel of niet hebben van crowding in het onderfront (wel/geen crowding).

‘Bij een keuze uit de independent sample t-toets, x² toets en de variante-analyse (Anova), is de keuze voor de t-toets het beste.’