Prothetische Tandheelkunde

De kans dat bij een gebitselement wortelbreuk optreedt waardoor het onherstelbaar beschadigt, is groter bij een opbouw met een metalen wortelstift dan bij een opbouw met een glasvezel stift.

Spuitbare composieten bieden het gemak dat ze kunnen worden gebruikt zowel voor het vastzetten van de wortelstift als voor het maken van de opbouw zelf.

Een aangietbare stift (cast- to gold post) is een voorbeeld van

Plastische opbouwen verschillen bij solitaire, gekroonde, endodontisch behandelde elementen niet significant in overlevingskans met gegoten opbouwen.

Na de wortelkanaalbehandeling bij een molaar worden de knobbels vaalt overkapt. Hiermee verkleint men de kans

Een semi-vaste brug is een constructie die deels dentaal en deels ossaai wordt afgesteund.

Alleen van bruggen met secundaire pijlers gaat een spalkende werking uit.

Een volwassene met een compleet gebit heeft evenveel frontale als occlusale eenheden.

Bij iemand die nog te jong is voor een implantaatgedragen kroon ter vervanging van een laterale bovenincisief, is de eerste keuze om de ontbrekende snijtand te vervangen als de buurelementen gaaf zijn

De levensduur van conventionele metaalporseleinbruggen op natuurlijke pijlerelementen wordt voornamelijk bepaald door

De pijlerelementen van een cantileverbrug worden minder belast als het vrijeindigende brugdeel mesiaal gelegen is dan wanneer het distaai gelegen is.

Als onder molaren na een tandboogonderbreking gaan kantelen, kantelen ze

Als zirkoniumbruggen belast worden totdat ze breken

Met bruggen kan men veel effectiever de kauwfunctie verbeteren dan met uitneembare protheses.

Er is bij een beoogd pijler element sprake van een gunstige kroon wortel verhouding als deze

Grote connectorgebieden kunnen zowel de reinigbaarheid als de esthetiek van een brug bedreigen.

Bij het ingipsen van het situatie- en tegenmodel heb je een occlusaal slotje van rode DuraLay nodig als de brug die op het model gemaakt wordt

Silaan bevordert de hechting tussen methacrylaat en

In een vezelversterkt composiet zijn de vulstofpartikels vervangen door glasvezels waardoor de mechanische eigenschappen van het composiet verbeteren. Om welke eigenschap gaat het?

Er bestaat een duidelijk verschil in overleving tussen conventionele bruggen, adhesiefbruggen en vezelversterkte bruggen. Welke rangschikking is correct?

Welk ontwerp genereert de minst ongunstige spanningen in de cementlaag bij een adhesiefbrug?

Een materiaal dat alleen geschikt is om een indirecte adhesiefbrug te vervaardigen, is

Op het palatum durum is dorsaal meer vetweefsel aanwezig dan ventraalwaarts.

De glandula submandibularis heeft meerdere uitgangen aan weerszijden onder de tong.

De fysiologische rusthoogte minus de morfologische gelaatshoogte geeft de freeway space.

De m. palatoglossus is een dislokerende spier.

Volgens het fysiologisch concept dienen de elementen in de neutrale zone te staan.

In het mediane gebied van het palatum durum bevindt zich de kantelzone.

We beschouwen het oppervlak van de processus alveolaris als de secundaire steunzone.

Bij de definitieve afdrukken streven we naar een overextensie van de randen.

Het ’s nachts dragen van de gebitsprothese bevordert de kans op denture stomatitis.

De hoek tussen de driehoek van Balkwill en die van Bonwill is ongeveer twintig graden.

Maximale occlusie (MO) is hetzelfde als retruded contact position (RCP).

Cross-linking in polymeren gaat met behulp van

Een polymeer met een glaspunt (glass transition temperature) van 60 °C is

Bariumzouten, bariumacrylaten of broomacrylaten maken prothesekunststoffen

Het primaire doel van een overkappingsprothese is de patiënt het gevoel laten behouden dat hij nog zijn eigen elementen heeft

De resorptie van de onderkaak is gemiddeld tweemaal zo groot als die van de bovenkaak.

Bij eenb etandeo nderkaakte genovere eno nbetande bovenkauklt streven we naar volledig gebalanceerde articulatie.

Mobiliteit 2 van een beoogde pijler is een contra-indicatie voor het behoud ervan ondere en overkappingsProthese

We streven ernaar tussen de pijlers (overcapping prothese) van zone 1 en zone 2 een piilerloos deel te creëren.

Bij iemand waar in de bovenkaak slechts de zes frontelementen aanwezig zijn terwijl in de onderkaak alleen de vier premolaren ontbreken, is het niet verantwoord om de ondermolaren in verband met te verwachten resorptie te laten staan.

Uit onderzoek is gebleken dat het kauwvemiogen van patiënten met een overkappings- prothese groter is dan bij volledig edentate prothesedragers.

Door de aanwezigheid van een gebitsprothese worden de pijlers beter afgeschermd tegen
cariës.

Uit onderzoek is gebleken dat toedienen van de combinatie van fluoride en chloorhexidine in één gel gunstig is voor de pijlers van een overkappingsprothese.

De meeste pijlers gaan verloren door cariës.

De coverafdrukmethode wordt vaak gebruikt als er sprake is van een sterke ondersnijding in
het frontgebied.

Indien-we te maken hebben met een dwangbeet door storende occlusale contacten in de registratiefase voor een overkappingsprothese, kiezen we bij voorkeur voor een pijl – puntregistratie.

Na extracties en plaatsing van de overkappingsprothese kan de patiënt Aspirine® voorgeschreven krijgen om eventuele pijn te bestrijden.

De overleving van een pijler is voor een groot deel afhankelijk van de keuze van het
vulmateriaal.

Irritatie Fibromen kunnen een uiting zijn van het Syndroom van Kelly.

Is een frontvervanging een factor van belang voor het dragen van een frameprothese

Hoeveel natuurlijke occlusale eenheden kan deze casus maximaal hebben?

Welke Kennedy-classificatie heeft deze casus?

Is voor het frame ontwerp de front vervanging op te: vatten als een:

Is een Roach-anker op de cuspidaten in deze casus geïndiceerd?

Een correct ontworpen frame in deze casus kan maximaal drie ankers met reciprok retentie hebben.

Deze casus heeft vijf primaire pijlers.

Wanneer er op de primaire pijlers voldaan wordt aan de retentie-eis, is er dan in deze casus altijd intra-arch reciprociteit?

Voor de definitieve afdruk van deze casus is de alginaatafdruk in een geperforeerde individuele lepel de methode van de eerste keus.

Met het bepalen van de inzetrichting dient rekening gehouden te worden met de situatie van de frontvervanging. Om die reden wordt de modelpositie in de surveyor vaak iets::

Het kantelen van de modelpositie in de surveyor ten behoeve van de frontvervanging gebeurt om een denkbeeldige

Dient er ten behoeve van de registratie een schellak beetplaat met waswallen gemaakt te worden?

Is bij de registratiefase een incisief puntbepaling in de waswal van het front zinvol?

Welke frontelementen dienen er in een frame bij voorkeur opgesteld te worden?

Komt als tijdelijke voorziening voor het frontdiasteem een spoondenture in aanmerking’

De ductus submandibularis eindigt in de caruncula sublingualis.

De m. buccinator is voor de gebitsprothese een fixerende spier.

De grootte van de confectielepel voor de beginafdruk is gebaseerd op de breedte en niet op de hoogte van de kaak.

De raphe pterygomandibularis vormt de verbinding tussen de hamulus pterygoideus en het trigonum retromolare.

Bij sterk geïnovuleerde onderkaken veranderen de insertieplaatsen van de m. orbicularis en de m.mentalis niet, wel de contractierichtingen van deze spieren.

De A-lijn ligt vlak voor de foveae palatinae, gezien vanuit de mondopening.

De kunststof van de prothese moet de ruimte van de buccale loge zo veel mogelijk opvullen anders krijgt de patiënt daar voedselimpactie.

De musculus orbicularis oris is een dislokerende spier.

Het trigonum retromalare hoeft niet helemaal in de beginafdruk te staan.

De uiteindelijke protheserand komt linguaal +/-2 mm voorbij de linea mylohyoidea.

De insertieplaats van de m. genioglossus is de spina mentalis anterior.

Tegenwoordig worden tijdens de functionele randopbouw de randen verlengd en afgevormd met een stugge impression compound.

De driehoek van Bonwill loopt tussen de kaakkopjes en de het incisiefpunt van de maxilla.

Met behulp van de Alma gauge kan de positie van het incisiefpunt in horizontale en verticale richting worden vastgelegd.

Het vlak van oriëntatie loopt evenwijdig aan het Frankforter vlak.

De beethoogte is de gemeten hoogte van de rustpositie minus 2 à 3 mm.

De RCP is een reproduceerbare positie.

De buitenste lijnen van de figuur van Posselt geven de uiterste bewegingen van de onderkaak weer.

Bij ruimtegebrek in verticale zin gaat de voorkeur uit naar porseleinen elementen.

De afwezigheid van een buccal corridor draagt bij tot een goed esthetisch resultaat van de prothese.

In lingualized occlusion concept hebben de bovenfrontelementen geen contact met de onderfrontelementen.

Het fenomeen van Christensen vinden we het liefst terug in het lingualized occlusion concept.

Men spreekt van gebalanceerde articulatie als er bij laterale bewegingen contacten zijn aan de actieve én aan de niet-actieve zijde.

Een van de kenmerken van het lingualized occlusion concept is dat er in de molaarstreek één contactpunt is per element.

”Freedom of centric” is makkelijk in te slijpen bij lingualized occlusion.

Ondermolaren mogen niet verder naar linguaal opgesteld worden dan de linguale rand van de prothese, c.q. de omslagplooi.

Tijdens het passen in was moeten de articulatiebewegingen goed bekeken worden met occlusiepapier.

Reoccluderen betekent opnieuw in de articulator plaatsen.

Remounten betekent ‘de occlusie en articulatie aanpassen’.

Ondersnijdingen in de kaak geven meer retentie aan de VP.

De binnenkant van de prothese wordt door de tandtechnicus gepolijst.

Het is zinvol om bij een immediaatprothese de dubbeltechniek met een coverafdruk te maken als de zijdelingse delen ‘uitgeresorbeerd’ zijn.

Door de storende frontelementen zijn de bewegingen in de juiste beethoogte voor de pijlpuntregistratie bij de vervaardiging van een immediaatprothese niet uit te voeren.

De radeerlijn ligt 1mm boven de gemeten pocketdiepte.

Decapitatie van de pijlerelementen dient op iets lager niveau te gebeuren in vergelijking tot het niveau in de tandtechnische fase.

Het niveau van de gedecapiteerde elementen kan bij ruimtegebrek zonder problemen verlaagd worden tot op gingivaniveau.

De rebasing van een immediaatprothese vindt bij voorkeur de drie maanden na de eerste plaatsing plaats.

Definitieve afdrukken voor de immediaatprothese kunnen ook met één afdruk gemaakt worden.

Een volledige extractie verdient altijd de voorkeur boven het behoud van een onvolledige dentitie met een minimaal aantal occluderende antagonisten.

Extracties die resulteren in een occlusaal contact tussen natuurlijke elementen en een (gedeeltelijke gebitsprothese) dienen te worden voorkomen.

In edentate kaken is de resorptie van de mandibula gemiddeld zes maal zo groot als die van de maxilla.

In beginsel kan ieder element als pijler onder een overkappingsprothes dienst doen, mits er een gezond parodontium kan worden verkregen.

Door extractie om beurten kan de parodontale situatie van de toekomstige overkapte elementen worden verbeterd.

Wanneer er in de onderkaak meer tandmateriaal resteert dan in de bovenkaak, dan dient er een reductie van elementen in de onderkaak plaats te vinden.

Onderzoek (Crum en Rooney 1978) heeft aangetoond dat vijf jaar na extractie de botreductie in het frontale deel van de mandibula bij patiënten bij wie de radices van de twee ondercuspidaten waren behouden, acht maal kleiner was in vergelijking met de botreductie bij patiënten bij wie álle gebitselementen waren geëxtraheerd.

Ter voorkoming van cariës plaatsen we bij voorkeur een Richmond-kap over de gedecapiteerde pijler.

Breuk van het overkapte element komt vaak voor bij een overkappingsprothese.

Voor de bescherming van de overkapte elementen onder een overkappingsprothese is een gel waarin een combinatie van chloorhexidine en fluoride aanwezig is het beste.

Guided closure gaat makkelijker als de patiënt zijn tong palatinaal tegen zijn front- elementen houdt.

Een long centric is niet wenselijk bij een immediaatprothese.

Met behulp van ‘pressure indicator paste’(pip) worden drukplaatsen gelokaliseerd.

Ondersnijdingen zitten in de maxilla meestal lateraal van de tubera en labiaal ter plaatse van de cuspidaten.

Een symptoom van het syndroom van Kelly is de uitgroei van het onderfront.

Strategische extractie kan het syndroom van Kelly voorkomen.

Bij het syndroom van Kelly is een dorsale steunzone in de onderkaak niet nodig.

De radeerlijn wordt op het definitieve model rondom het te extraheren element aan- gegeven.

Indien de (immediaat)prothese gerebased wordt via de indirecte methode moeten eerst de ondersnijdingen uit de prothese geslepen worden.

De prothese kan het beste gereinigd worden met een protheseborstel en tandpasta.

Het monomeer dat hier rechts is afgebeeld, geeft in een polmerisatie- reactie

De polymerisatiekrimp van pure methylmethacrylaat (MMA) is ongeveer

Een koudpolymerisaat in de tandheelkunde bevat

De spieren van de mond worden bij langdurige tandeloosheid dunner doordat de kauwkracht afneemt.

De plica sublingualis zijn bij een sterk geresorbeerde onderkaak vaak prominent aanwezig en vormen dan een uitpuilende mondbodem.

Het zachte verhemelte is een bindweefselplaat waaraan vijf paren van spieren aanhechten.

De spieraanhechtingsplaats van de m. genioglossus is de linea mylohyoidea.

Bij tandeloze patiënten met een sterk geresorbeerde onderkaak liggen de aanhechtingsvezels van de m. mentalis meer op de onderkaak.

Bij langdurige tandeloosheid wordt de bovenkaak steeds breder en de onderkaak steeds smaller.

De beethoogte is de afstand tussen de onder- en de bovenkaak wanneer de patiënt de s-klanken uitspreekt.

Een ervaren prothesedrager kan met zijn tong de onder- en bovenprothese op zijn plaats houden.

De resiliëntie van de mucosa ter plaatse van een flabby ridge is gering.

De retentie van een gebitsprothese is het vermogen om horizontaalgerichte krachten te weerstaan.

Bij de gebitsprothese is m. masseter is een fixerende spier.

Om de maat van de afdruklepel te bepalen wordt met een passer de afstand gemeten tussen de buitenzijde van het retromolaar pad.

Overgeëxtendeerde randen van de beginafdruk creëren een goede weergave van de anatomische structuren.

Het retromolaarpad eindigt dorsaal bij de insertieplaats van de raphe pterygo- mandibularis.

De individuele lepel mag door muscle-trimmen van zijn plaats komen.

Tijdens de functionele randafvorming komt aan de binnenkant van de bovenlepel in de A-zone een randje Isofunctional.

Detailweergave van het weefseloppervlak kan worden bereikt door stevig druk uit te oefenen op de mucosa tijdens het uithardingsproces van de definitieve afdruk.

Het incisiefpunt is het snijpunt van de mediaanlijn van het bovenfront met de raaklijn aan de incisale randen van de centrale incisieven.

Bij de grensbewegingsfiguur naar Posselt van de mandibula valt de maximale occlusie samen met de centrale relatie.

In vooraanzicht verloopt het vlak van Camper evenwijdig aan een denkbeeldige lijn door de beide pupillen.

De waswallen op de registratieplaten worden in de neutrale zone geplaatst.